Bereiding:

 

Snijd het vlees in dobbelsteentjes.

Pel de sjalotten en de knoflook en snijd ze fijn.

Kneus ze met de ketoembar, laos, zout, djahé, asem en goela djawa.

Smelt de boter, haal van de warmtebron en roer de ketjap en de kruiden erdoor.

Meng het vlees hiermee en laat het een half uur staan.

Rijg het vlees aan de stokjes en rooster het zoals bij saté manis.

Deze saté kan met katjangsaus worden gegeten of met sambal djeroek.

Bereiding Sambal djeroek: Meng door enkele lepels ketjap wat sambal oelek en citroensap.

Geef voor liefhebbers van scherpe spijzen een dozijn lomboks.

 

Serveer de saté met rijst en sajoer kerrie of met rijst, komkommer en een mata sapi (spiegelei).